De functie FALSE is heel eenvoudig: ze geeft altijd de logische waarde ‘onwaar’ terug. Je gebruikt FALSE vaak in combinatie met logische functies zoals IF, AND of OR, om een standaard ‘nee’ of foutwaarde op te geven. Het is ook handig wanneer je standaardwaarden instelt of expliciet wilt aangeven dat een conditie niet klopt. Hoewel je vaak ook gewoon het woord FALSE kunt typen zonder haakjes, zorgt het gebruik van de functieversie (FALSE()) voor consistentie in je DAX-formules, vooral wanneer je werkt in complexe berekeningen of met dynamische condities in je datamodel.
Voorbeeld: standaard = FALSE()