De ACOS-functie retourneert de arccosinus (inverse cosinus) van een getal, wat betekent dat het de hoek in radialen geeft waarvan de cosinus gelijk is aan dat getal. Dit is vooral nuttig in trigonometrische berekeningen, zoals bij het analyseren van hoeken in geometrische vormen of bij het modelleren van cyclische patronen. De invoer moet een waarde tussen -1 en 1 zijn, en het resultaat ligt tussen 0 en π radialen. Als je de hoek in graden wilt, kun je het resultaat vermenigvuldigen met 180/PI() of de DEGREES-functie gebruiken.
Voorbeeld: hoekInGraden = DEGREES(ACOS(0.5))