De LOG-functie berekent de logaritme van een getal met een specifiek opgegeven grondtal. Dit is handig wanneer je wilt begrijpen hoe vaak je een bepaald grondtal moet vermenigvuldigen om bij een bepaald getal te komen. In tegenstelling tot de natuurlijke logaritme (LN), waarbij de grond van het logaritmische stelsel altijd het getal e is, laat LOG je zelf kiezen – bijvoorbeeld 10 voor decimale logaritmes, of 2 voor binaire. Deze functie is nuttig in allerlei scenario’s, zoals groeianalyses, schaalmodellen of complexere financiële berekeningen.

Voorbeeld: uitkomst = LOG(1000, 10)

Generic selectors
Exact matches only
Search in title
Search in content
Post Type Selectors