De SWITCH-functie gebruik je om te kiezen tussen meerdere vooraf bepaalde opties. In plaats van verschillende IF-functies onder elkaar, maak je met SWITCH een nette en overzichtelijke structuur. Je geeft één waarde of voorwaarde op, en koppelt daar verschillende uitkomsten aan. SWITCH is ideaal voor het maken van aangepaste labels op basis van een getal (zoals scores), of voor het dynamisch tonen van verschillende resultaten per categorie. Vooral in combinatie met TRUE() kun je complexe logica op een eenvoudige manier structureren.
Voorbeeld: beoordeling = SWITCH(TRUE(), [Score] >= 9, “Uitstekend”, [Score] >= 7, “Goed”, [Score] >= 5.5, “Voldoende”, “Onvoldoende”)