Informatiefuncties in DAX worden gebruikt om eigenschappen van waarden, kolommen of de context waarin een berekening wordt uitgevoerd te evalueren. Ze leveren geen berekende uitkomsten zoals sommen of gemiddelden, maar geven informatie over het type of de status van gegevens. Deze functies zijn essentieel voor het bouwen van robuuste en fouttolerante berekeningen binnen Power BI. Een veelgebruikte informatiefunctie is ISBLANK, die controleert of een waarde leeg is. ISNUMBER, ISTEXT en ISLOGICAL controleren of een waarde een specifiek gegevenstype heeft. Dit is bijvoorbeeld handig bij het combineren van gegevens uit verschillende bronnen of bij foutafhandeling. Met ERROR en IFERROR kun je voorkomen dat foutmeldingen je rapport verstoren, door alternatieve waarden te tonen bij fouten. FORMAT wordt gebruikt om waarden om te zetten naar tekst met een bepaald opmaakpatroon, terwijl VALUE het omgekeerde doet door tekst naar numerieke waarden te converteren.

LOOKUPVALUE is ook een krachtige informatiefunctie waarmee je waarden uit een andere tabel kunt opzoeken op basis van opgegeven criteria. Deze functie is vooral nuttig in modellen waar relaties niet direct zijn gelegd. Informatiefuncties maken je DAX-code dynamischer, controleerbaarder en beter bestand tegen onverwachte gegevensvariaties, wat bijdraagt aan de betrouwbaarheid van je analyses.

Ga naar de bovenkant